Bel voor een afspraak of spoed 0227 58 12 34

Patiënt van het seizoen

In februari stonden veel patiënten in de schijnwerpers vanwege hun stralende gebitten. Er zijn ontzettend veel gebitten gesaneerd, tanden getrokken en tandvlees verzorgd tijdens de maand van het gebit. Onder narcose werden zo weer heel wat gebitten schoongemaakt en gepolijst. Polijsten betekent dat het tandglazuur licht geschuurd wordt zodat het oppervlak gladder wordt. Hierdoor kan tandplaque en uiteindelijk tandsteen minder snel vastplakken aan de tand. Preventief kan er ook een hoop worden gedaan voor het gebit. Tandenpoetsen is de gouden standaard maar niet elk dier laat dit goed toe. Door mondwater, speciale kauwstaven met enzymatische werking, gebitspoeder door het eten te doen of polijstpasta in de wangen te smeren kan toch worden voorkomen dat tandsteen zich opnieuw snel vormt!

Ziekte onder de loep

Pancreatitis is de wetenschappelijke benaming voor alvleesklierontsteking. Het is een aandoening die zowel bij honden als katten kan voorkomen.

De alvleesklier is een klein orgaan dat tegen het eerste stuk van de dunne darm aan ligt en ermee verbonden is door afvoergangen. De alvleesklier is een belangrijk orgaan in de spijsvertering; het maakt allerlei verteringssappen aan. Het is ook een cruciaal orgaan in de regulatie van het bloedsuiker, het maakt namelijk ook insuline. Dit is het hormoon wat noodzakelijk is voor het transport van suiker uit de bloedbaan naar de cellen.

De oorzaak van pancreatitis verschilt per diersoort. Bij de hond wordt het vaak gezien na het innemen van humaan voedsel, en dan vooral deze die gekruid is. Veel honden mogen thuis wat van het Chinees- of Mexicaanse eten mee-eten, maar het is vaak sterk gekruid of pittig vanwege sambal. Deze kruiden zorgen voor irritatie van de afvoergang van de alvleesklier. Hierdoor worden de verteringssappen al geactiveerd in de afvoergang en wordt deze aangetast. De ontsteking is vaak pijnlijk, honden eten slecht en kunnen gaan braken. Bij katten is de oorzaak niet goed gekend, al gaan we ervan uit dat het vaak een ontsteking is die uitgelokt wordt door het lichaam zelf. Katten laten echter weinig symptomen zien; soms eten ze wat minder of braken ze een enkele keer. Een alvleesklierontsteking kan bij de kat dus gauw chronisch worden.

De diagnose wordt gesteld via bloedonderzoek, vaak aangevuld met echografie. De diagnose is niet gemakkelijk en de ziekte wordt dus regelmatig gemist.

De behandeling bestaat uit ontstekingsremmers, anti-misselijkheidsmedicatie en bij de hond uit aangepast voedsel. De therapieduur kan lang zijn, soms meer dan 6 weken. Soms wordt een deel van de alvleesklier een litteken door de ontsteking en is niet-functioneel. Zolang dat geen groot deel is, kan een dier daar prima mee leven.

Wist u dat?

Wij sinds december een nieuwe assistente bij ons in het team hebben: Astrid Smit.

Wij sinds januari een nieuwe dierenarts aan ons team is toegevoegd: Charlotte Kraakman.

 

Back to Top